Gebruiksoppervlakte

Wat is de gebruiksoppervlakte en wanneer gebruik je welke manier om de gebruiksoppervlakte te berekenen?

Er is geen vaste definitie van wat de gebruiksoppervlakte van een gebouw is. Het is een rekensom in tekstvorm met GO als officiële afkorting.

Je kunt in Nederland op twee manieren de gebruiksoppervlakte laten berekenen:

  1. Volgens de NEN 2580;
  2. Volgens de Meetinstructie Gebruiksoppervlakte woningen.

Waarvoor je de gebruiksoppervlakte nodig hebt, bepaalt of je de NEN 2580 of de Meetinstructie Gebruiksoppervlakte woningen gebruikt.

De volgende partijen zijn verplicht om de gebruiksoppervlakte te berekenen volgens de Meetinstructie Gebruiksoppervlakte woningen:

  • Woningmakelaars
  • Woningtaxateurs
  • Gemeentelijke afdeling BAG (Basisregistratie Adressen en Gebouwen) voor woningen
  • Gemeentelijke afdeling WOZ (Waardering Onroerende Zaken) voor woningen
  • Woningcorporaties hebben de keuze om de Meetinstructie of de NEN 2580 te gebruiken.

De NEN 2580 is voor gebouwen met diverse gebruiksfuncties en wordt gebruikt door iedereen die met elkaar afspreekt om de oppervlakte te berekenen volgens deze methode. Het Bouwbesluit verwijst naar de NEN 2580, dus deze wordt in omgevingsvergunningen gebruikt.

De gebruiksoppervlakte volgens de NEN 2580

Let op: de onderstaande informatie geeft de strekking weer, maar is niet volledig. Trek hier dus geen conclusies uit zonder kennis te nemen van de volledige inhoud van de NEN 2580: 2007/C1:2008.

Volgens de NEN 2580: 2007/C1:2008 is de gebruiksoppervlakte (GO):

“De gebruiksoppervlakte van een ruimte of van een groep van ruimten is de oppervlakte, gemeten op vloerniveau, tussen de opgaande scheidingsconstructies, die de desbetreffende ruimte of groep van ruimten omhullen.”

De gebruiksoppervlakte bestaat uit de gebruiksoppervlakte van alle tot de gebruiksfunctie behorende niet-gemeenschappelijke ruimten, vermeerderd met het mee te rekenen gedeelte van de gemeenschappelijke ruimten met dezelfde gebruiksfunctie. Uitzonderingen hierop gelden voor woon- en logiesfuncties.

Volgens de NEN 2580: 2007/C1:2008 worden de volgende woningcomponenten bij het berekenen van de gebruiksoppervlakte niet meegerekend:

  • De oppervlakte van de delen van de vloeren, waarboven de netto-hoogte kleiner is dan 1,5 m, met uitzondering van vloeren onder trappen, hellingbanen e.d.;
  • Een liftschacht;
  • Een trapgat, schalmgat of vide, indien de oppervlakte daarvan groter is of gelijk aan 4 m2;
  • Een vrijstaande bouwconstructie (niet zijnde een trap) indien de horizontale doorsnede daarvan groter is dan of gelijk is aan 0,5 m2;
  • Een leidingschacht, indien de horizontale doorsnede daarvan groter is dan of gelijk is aan 0,5 m2;
  • Een dragende binnenwand.

Deze bepaling is niet compleet genoeg om een goede gebruiksoppervlakte te berekenen. De NEN 2580 legt ook uit wanneer iets een ruimte of binnenruimte is, hoe je grensvlakken en grenslijnen bepaalt, hoe grof je mag inmeten en meer.

De gebruiksoppervlakte volgens de Meetinstructie Gebruiksoppervlakte woningen

Let op: de onderstaande informatie geeft de strekking weer, maar is niet volledig. Trek hier dus geen conclusies uit zonder kennis te nemen van de volledige inhoud van de Meetinstructie Gebruiksoppervlakte woningen – versie juli 2019 en de bijbehorende veelgestelde vragenlijst.

De Meetinstructie Gebruiksoppervlakte woningen is gebaseerd op de NEN 2580 en is een verfijning daarvan specifiek voor woningen.

In de Meetinstructie wordt de gebruiksoppervlakte verdeeld in vier soorten gebruiksoppervlakken:

  • Gebruiksoppervlakte wonen
  • Gebruiksoppervlakte overige inpandige ruimte
  • Gebruiksoppervlakte gebouwgebonden buitenruimte
  • Gebruiksoppervlakte externe bergruimte

Hierbij vormen de gebruiksoppervlakte wonen en de gebruiksoppervlakte overige inpandige ruimte samen de totale inpandige gebruiksoppervlakte van de woning.

De verschillende gebruiksoppervlakken bereken je met een stappenplan. In stap 1a meet je tussen de gevels in. Daarbij negeer je dragende en niet-dragende binnenwanden. In stap 1b herhaal je deze meetwijze per verdieping op vloerniveau. Je negeert in- en uitspringende bouwdelen met een grondvlak kleiner dan 0,5 m2. Van de berekende oppervlakte trek je volgens de Meetinstructie Gebruiksoppervlakte woningen – versie juli 2019 de volgende onderdelen af:

  • De oppervlakte met een netto hoogte die lager is dan 1,5 m, met uitzondering van de oppervlakte onder een trap;
  • De oppervlakte van ruimten die niet voor mensen toegankelijk zijn;
  • De oppervlakte van een trapgat, een vide of een combinatie van beiden, indien deze 4,0 m2 of groter is;
  • De oppervlate van een leidingschacht, inspringend bouwdeel of van een vrijstaande bouwconstructie, indien deze 0,5 m2 of groter is;
  • De oppervlakte van een liftschacht;
  • De oppervlakte van een nis die kleiner is dan 0,5 m2;
  • Inspringende gebouwdelen met een oppervlakte groter dan 0,5 m2.

In stap 2 verdeel je de totale inpandige gebruiksoppervlakte in de gebruiksoppervlakte wonen en de gebruiksoppervlakte overige inpandige ruimte.

Eén van de volgende voorwaarden moet gelden om een oppervlakte te berekenen als overige inpandige ruimte:

  • Het hoogste punt van de ruimte is tussen 1,5 meter en 2,0 meter hoog;
  • Het hoogste punt van de ruimte is boven de 2,0 meter, maar het aaneengesloten oppervlak hoger dan 2,0 m is kleiner dan 4,0 m2 (alleen van toepassing voor gedeelten die als woonruimte dienen en alleen wanneer er ook sprake is van een gedeelte van de ruimte met een hoogte van minder dan 2,0 m2);
  • De ruimte is bouwkundig slechts geschikt als bergruimte. Voorbeelden hiervan zijn een kelder, fietsenstalling of een garage;
  • Er is sprake van een bergzolder, dat wil zeggen een voor mensen toegankelijke zolder die alleen geschikt is voor incidenteel gebruik. Dit is bijvoorbeeld het geval als de zolder niet met een vaste trap bereikbaar is en/of sprake is van een zolder met onvoldoende daglichttoetreding (raamoppervlakte kleiner dan 0,5 m2).

Een keuken, vaste kast, meterkast, gang, trapkast, badkamer of toilet binnen de woning wordt tot de gebruiksoppervlakte wonen gerekend.

Wil je de gebruiksoppervlakte berekenen volgens de Meetinstructie Gebruiksoppervlakte woningen? Schrijf je dan meteen in voor de cursus NEN 2580 MEETINSTRUCTIES en download daarbij gratis de Meetinstructies Gebruiksoppervlakte en Bruto inhoud woningen. Je krijgt dan álle bijbehorende invulformulieren cadeau.

Scroll naar boven

Inschrijven Meetinstructies 1

Deze training kan klassikaal worden gevolgd of als online zelfstudie. Maak een keuze hieronder.

Klassikaal

Je volgt deze training samen met andere cursisten op een vaste dag op onze trainingslocatie. Eén van onze docenten is aanwezig om je te begeleiden.

Online zelfstudie

Na aanmelding kun je direct in onze digitale leeromgeving aan de slag. Je bepaalt je eigen tempo. Vragen kun je stellen aan jouw docent via de digitale leeromgeving.

Kan ik je helpen?

Bonnie-Allart

Bel direct met Bonnie

06-41 81 81 98

of plan een belafspraak in mijn agenda
(niet voor consumentvragen)

error: Alert: Content selection is disabled!!